De Olympische Spelen zijn daarvan de grootste en hebben dan ook gefungeerd als motor en perspectief voor die verkenningen. Ze werden in opdracht van het

316 KB – 86 Pages

PAGE – 5 ============
schetsboek ruimte voor olympische plannen 11. VOORAF 31.1 OPGAVE 3Olympisch Plan 2028 Opdracht 1.2 PROCES 4Atelierserie Resultaten 2. DE SPELEN VERKEND 72.1 ALGEMEEN 7Bezoekersaantallen Ruimtebehoeften Investeringen Nalatenschap 2.2 ORGANISATIE 9Doelen Kosten en opbrengsten Branding 2.3 SPORTACCOMMODATIES 11Ruimtelijk repertoire Kosten en kostendragers Afzetmarkten 2.4 OLYMPISCH DORP 14Ruimtelijk repertoire Kosten en kostendragers Afzetmarkten INHOUD2.5 HOTELS EN LOGIES 15Vraag naar bedden Aanbod aan bedden2.6 INFRASTRUCTUUR 17Vervoersbehoeften Investeringen en kostendragers 2.7 DUURZAAMHEID 18Groene Spelen Schalen3. RUIMTELIJKE PRINCIPES 213.1 STRATEGISCHE POSITIES 21Katalysator en impuls Bundelen en spreiden Nieuw, bestaand en tijdelijk Verblijfsaccommodatie 3.2 KRISTALISATIEPUNTEN 27 Vervoersconcept Knooppunten Sportsteden 4. NEDERLAND VERKEND 314.1 WERKWIJZE 31Thematisch verkennen Vakmatig ver˜jnen Legenda 4.2 BUNDELEN 37 Amsterdamse Metropool Waterrijk Amsterdam Rotterdamse Rivierfronten Wereldhaven Rotterdam 4.3 VERDELEN 47 Olympische Stedenring Sportief Voorland Oneindig Laagland Hollands Reliëf 4.4 VERRE HORIZONTEN 54Schiphol naar Zee Rondje Randstad 5. NABESCHOUWING 61 5.1 GROTE BESLISSINGEN 61 Ruimtelijke organisatie Olympische steden Bereikbaarheid 5.2 VERVOLGSTAPPEN 67 Tijdspad Stakeholders Kanttekeningen 5.3 BELANGRIJKE CONCLUSIES 72 BIJLAGEN A: Deelnemers Ateliers B: Literatuuroverzicht CD: Werkboek en Posters

PAGE – 8 ============
4schetsboek ruimte voor olympische plannen innovaties) in infrastructuur, stedelijke vernieuwing, stadsuitbrei -ding, recreatie & toerisme, waterbeheer en/of klimaatbestendig bouwen. Voorts hebben evenementen als de Olympische Spelen altijd een nalatenschap (legacy) in termen van nieuwe imago™s, her te gebruiken vastgoed, sportaccommodaties, economische impulsen, organisatorisch vermogen en een verbeterd (top)- sportklimaat. Om inzicht te krijgen in ruimtelijke mogelijkheden voor het orga -niseren van een evenement als de Olympische Spelen in Neder -land (en in nalatenschap ervan), heeft het DG Ruimte aan Twyn – stra Gudde en Nieuwe Gracht de opdracht gegeven een serie ateliers te faciliteren. Deze ateliers zijn vervolgens georganiseerd in de periode van december 2007 tot en met april 2008. In de verschillende ateliers werden experts uit de wereld van sport en (sport)evenementen samengebracht met ruimtelijke ontwerpers en deskundigen op gebieden als ruimtelijke orde – ning, mobiliteit, economie en vastgoed. De gehele serie ateliers is begeleid door een Q-team dat de kwaliteit van de resultaten kritisch moest volgen. Het Q-team bestond uit gezaghebbende personen op het terrein van maatschappelijke trends, vrije tijd, sportmanagement, vastgoedmarkten, ruimtelijk beleid en ge – biedsontwikkeling. De ateliers hadden een bij uitstek verkennend karakter en dat geldt natuurlijk ook voor de resultaten. Ze schetsen beelden van manieren waarop de Olympische Spelen in de ruimte van Nederland georganiseerd zouden kunnen worden, beschrijven meerwaarden die dat kan hebben en wijzen op begeleidende maatregelen die daarvoor nodig kunnen zijn. De ateliers leveren daarmee gefundeerde beginpunten voor ruimtelijke debatten over de Olympische Spelen in Nederland, maar geen voldoende grondslagen voor concrete keuzen en beslissingen 1.2 PROCES Atelierserie Gestart is met een vrij grondige verkenning van alle (ruimtelijke) aspecten die aan het organise – ren van grootschalige sportevenementen zoal te pas komen. De ingangen daarvoor werden in hoge mate geleverd door desk research naar lessen van eerdere Olympische Spelen. In het eerste atelier (ruimtebehoeften en con˜guraties) probeerden we gevoel te krijgen voor de (enor -me) ruimtelijke impact die de Olympische Spelen voor Nederland kunnen hebben en zijn we op zoek gegaan naar de mogelijkheden om dat te op – timaliseren. In het tweede atelier (investeringen en combinaties) stonden investeringen in accom – modaties en ˛ankerende maatregelen centraal. We gingen daarbij ook op zoek naar combinaties van die investeringen met ruimtelijke investerin – gen die zo rond 2028 op stapel kunnen staan en probeerden zicht te krijgen op samenhangende investeringsstrategieën. Het derde atelier (markt -trends en legacies) richtte zich op de gebruiks -waarden van accommodaties en infrastructuur in de periode na de Olympische Spelen. Dit was ook het atelier waarin de maatschappelijke doelen van investeringen aan de orde kwamen, evenals thema™s voor het fiin de markt zettenfl van Hollandse Spelen. De resultaten van deze (vakmatig verkennende) ateliers zijn ge -bundeld in een Werkboek. Het is een naslagwerk dat een stevige inhoudelijke basis moest leggen voor de ontwerpende verkennin – gen van de tweede fase van de atelierserie. Het Werkboek maakt Opzet van de Atelierserie (Twynstra Gudde & Nieuwe Gracht, 2007)

PAGE – 9 ============
5schetsboek ruimte voor olympische plannen geen deel uit van de rapportage over die verkenningen, maar wel is in de vorm van een CD als bijlage bij dit Schetsboek gevoegd. In het vierde atelier werd ontwerpend onderzoek ingezet om een eerste zicht te verkrijgen op de ruimtelijke mogelijkheden voor Olympische Spelen in Nederland. Als inspiratiebron daar -voor fungeerde een viertal thema™s die waren ontleend aan (combinaties van) verschillende doelen die aan het organiseren daarvan meegegeven kunnen worden. Het leidde tot een ˛inke bandbreedte aan creatieve ingangen en beelden. De resultaten daarvan zijn vervolgens door Twynstra Gudde en Nieuwe Gracht (in samenwerking met enkele ontwerpers die aan het atelier hadden deelgenomen) opgewerkt naar meer evenwichtige en presentabele modellen. Ook werd een nadere onderverdeling aangebracht naar ruimtelijke principes. De resultaten daar weer van zijn in het vijfde atelier nog eens grondig onder de loep genomen. Ze werden daarbij onder an – dere getest op hun vakmatige robuustheid, ˜nanciële evenwich -tigheid en haalbaarheid in de tijd. Voorts werden ze geanalyseerd op hun sterke en zwakke punten waar het gaat om hun bijdragen aan verbetering van ruimtelijke kwaliteit, bereikbaarheid, duur -zaamheid en (top)sportklimaat in Nederland. Uiteraard leidde dat tot verdere verbeteringen en optimalisaties. Resultaten De oogst van de beide ontwerpende ateliers is in dit Schetsboek ondergebracht. Het Schetsboek begint echter (in hoofdstuk 2) met een weergave van de lessen die uit recente Spelen kunnen worden getrokken. De bron daarvoor is het Werkboek. De les -sen zijn toegespitst op de elementen die van belang zijn voor de ontwerpende verkenningen. In hoofdstuk 3 worden die lessen uitgewerkt naar ruimtelijke Ontwerpend verkennen in Atelier 4

PAGE – 10 ============
6schetsboek ruimte voor olympische plannen principes die volgens ons aan de orde zijn bij het ontwerpen van mogelijkheden voor de Olympische Spelen in Nederland. Hoofdstuk 4 geeft vervolgens de volle breedte van de modellen die de atelierserie heeft voortgebracht. Deze worden telkens beschreven op hun achtergronden, infrastructurele dragers, mate van concentratie, ruimtelijke meerwaarden en zwakke punten. In hoofdstuk 5 vindt een nabeschouwing over de modellen plaats. Dat leidt tot conclusies over de belangrijkste ruimtelijke keuzen die eruit naar voren komen, het tijdspad dat daarbij gehanteerd zou moeten worden en tot enkele basisingrediënten voor een vervolgproces. Het Schetsboek sluit af met de acht belangrijkste conclusies uit de ruimtelijke verkenningen. Bijlage A geeft de lijst van deelnemers aan de atelierserie en de samenstelling van het Q-team. Bijlage B geeft een overzicht van de literatuur die zowel in het Werkboek als in dit Schetsboek is verwerkt. Bijlage C omvat het Werkboek in de vorm van een CD.

PAGE – 11 ============
7schetsboek ruimte voor olympische plannen 2. DE SPELEN VERKEND 2.1 ALGEMEEN Bezoekersaantalen Aan de Olympische Spelen wordt deelgenomen door zo™n 200 landen die gezamenlijk ongeveer 10.500 atleten, 5.500 begelei – ders en 3.000 o˝cials afvaardigen. Zij worden vergezeld door 15.000 niet-geaccrediteerde (door de Olympische organisatie uit -genodigde) begeleiders en familie. De media sturen zo™n 35.000 vertegenwoordigers, waarvan 25.000 geaccrediteerd. De Spelen zelf worden voorts draaiende gehouden door ongeveer 45.000 vrijwilligers. Recentelijk gehouden Olympische Spelen buiten Europa (Atlanta, Sydney) trokken 6,7 respectievelijk 8,5 miljoen toeschouwers. De Spelen die in Europa georganiseerd werden (Barcelona, Athene) trokken rond de 4 miljoen toeschouwers, verdeeld over 300 wedstrijden. Het achterland van deze beide fiEu -ropese Spelenfl is aanzienlijk minder dichtbevolkt dan dat het achterland van de Olympische Spelen in Neder -land zal zijn. Dat strekt zich bijvoor -beeld uit over (bijna) metropolitane regio™s als het Ruhrgebied, de Vlaam -se Stedenruit, Hamburg en Bremen, en kent uitlopers naar Parijs en Zuidoost-Engeland. Voor de Olym – pische Spelen in Nederland mag daarom (volgens Deloitte en Touche in hun analyses voor België) rekening gehouden worden met aantallen tot 6 miljoen bezoekers. Ruimtebehoeften Als alles nieuw wordt aangelegd, dan bedraagt de behoefte aan ruimte voor sportaccommodaties 500 tot 550 hectaren. Dat is ongeveer de omvang van de grachtengordel in Amsterdam. Die ruimtebehoefte kan natuurlijk beperkt worden door gebruik te maken van (aangepaste) bestaande accommodaties (stadions of hallen). De behoefte aan ruimte voor een volledig nieuw Olympisch Dorp bedraagt 50 tot 100 hectaren (een ˛inke woonwijk), afhankelijk van de bebouwingsdichtheden en het programma. Ook hier kan het ruimtebeslag beperkt worden door (tijdelijk) gebruik te ma – ken van bestaande accommodaties. Als we uitgaan van 6 miljoen bezoekers aan de Olympische Spelen in Nederland, dan betekent dat op topdagen een ver -voersbehoefte van 600.000 personen. In de piekuren daarvan moet de infrastructuur dan 60.000 personen kunnen vervoeren (doorgaans naar meerdere plekken). De parkeerbehoefte be – draagt naar alle waarschijnlijkheid meer dan 20.000 plaatsen (waaronder wel veel tijdelijke). Ook betekent 6 miljoen bezoekers een behoefte aan logies, die kan oplopen tot 140.000 bedden. Investeringen De investeringen in Olympische Spelen zijn opgebouwd uit de kosten van de organisatie van de Spelen en de investeringen in sportaccommodatie, huisvesting en infrastructuur. Bij elkaar kennen ze een ˛inke bandbreedte. Zo bedroeg het totale bud -get voor Atlanta (1996) en Sydney (2000) in huidige bedragen fislechtsfl US $ 6,5 mld respectievelijk US $4,5 mld, terwijl die voor Barcelona, Beijing en Londen (in huidige bedragen) oplopen tot US $ 18 mld. De kosten voor de organisatie zelf bewegen zich

316 KB – 86 Pages